Missie: verhogen van sportdeelname en sportplezier van doven en slechthorenden

Het integreren van dovensporten in de reguliere sport, dat is de uitdaging die de Koninklijke Nederlandse Doven Sport Bond (KNDSB) de komende tijd aangaat. Een grote ambitie, maar het is dé manier om de sportdeelname van mensen met een auditieve beperking te vergroten. Dat is hard nodig en dat lukt onvoldoende met de huidige werkwijze en uitgangspunten. De bond gaat vanaf 2022 verder in een nieuwe rol: als advies- en kenniscentrum. Belangenbehartiging van dove en slechthorende sporters en verantwoordelijkheid voor de internationale dovensport staan daarbij centraal.

Het is een uitdaging die de bond niet in z’n eentje hoeft aan te gaan. Gehandicaptensport Nederland, dat eerder al sportorganisaties met andere beperkingen met succes onderbracht in de reguliere sport, biedt een belangrijke helpende hand. Maar ook andere partijen zoals Stichting Hoormij, de FODOK, Stichting Divers Doof, NOC*NSF, sportbonden en Koninklijke Kentalis zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband, dat de toepasselijke naam Ongehoord Sportief kreeg.

Bijna honderd jaar oud

Je bent nooit te oud om te veranderen. Dat geldt zeker voor de KNDSB, de bond die al in 1926 werd opgericht. Het honderdjarig bestaan zit er dus aan te komen en in al die jaren is er veel gebeurd. De oprichting gebeurde twee jaar voordat de tweede Deaflympics (toen nog Internationale Sportspelen voor Doven geheten) plaatsvonden in Amsterdam. Sindsdien zond de bond Nederlandse dove sporters uit naar de vierjaarlijkse zomeredities en later ook een aantal keren naar de winteredities. In 1951 kreeg de bond het predicaat ‘koninklijk’. Tot 1994 bleef de bond zelfstandig, in dat jaar werd de dovensport ingebed bij de NEBAS, de voorloper van het huidige Gehandicaptensport Nederland. Vanaf 2002 nam het ledental van de KNDSB drastisch af. De integratie van sporten voor mensen met een beperking (lichamelijk, verstandelijk en visueel) in de reguliere sport die begin deze eeuw op grote schaal plaatsvond, ging aan de dovensport voorbij. Destijds om begrijpelijke redenen. Voor doven en slechthorenden die in de reguliere sport terecht willen kunnen, gelden specifieke maatregelen die veel vragen op het gebied van communicatie. Die maatregelen waren lastig uit te voeren. Vijftien jaar later werd de situatie teruggedraaid: de bond werd weer zelfstandig. Die wijziging in 2009 ging gepaard met een opleving van het aantal leden en de toekomst zag er rooskleurig uit. De positiviteit was echter van korte duur.

Basis onvoldoende voor een gezonde toekomst

Het lukte niet om met de bestaande structuur een goede basis te creëren om meer mensen met een auditieve beperking aan het sporten te krijgen. Dat kwam deels door aspecten die inherent zijn aan de (sport)wereld van doven en slechthorenden. Zo speelt het sociale aspect een grote rol binnen de dovensport. De meeste doven en slechthorenden geven er de voorkeur aan te sporten met lotgenoten, vooral ook omdat het contact buiten de sportactiviteit om, gemakkelijker is. Het beperkte aantal dovensportverenigingen in ons land maakt echter dat het voor veel doven en slechthorenden lastig is een vereniging in de buurt te vinden. En aansluiting vinden bij een reguliere sportvereniging vergt veel van iemand met een auditieve beperking. Communicatie is moeizaam en omdat het een relatief onzichtbare handicap is, weten veel sportverenigingen niet goed hoe om te gaan met deze doelgroep. Het ledental liep terug, er waren onvoldoende vrijwilligers, de financiële situatie werd lastiger en de verbinding met de reguliere sport steeds minder.

Veranderingen in de maatschappij

De moeilijke periode waarin de bond verzeild raakte, kwam ook voor een belangrijk deel door veranderingen in de maatschappij. Waar dovenscholen vroeger een belangrijke ontmoetingsplek waren voor doven en slechthorenden, is dat tegenwoordig veel minder het geval. Veranderingen zoals de doorvoering van ‘passend onderwijs’, maken dat kinderen niet zo snel meer naar een specifieke dovenschool en voortgezet speciaal onderwijs gaan. En omdat dovenverenigingen vaak dicht bij dovenscholen gesitueerd waren, kregen ook die het lastig, met steeds vaker opheffingen tot gevolg. De binding met de dovengemeenschap, met de specifieke en zo eigen dovencultuur, is aan het verminderen. Ook al omdat doven en slechthorenden – net als horenden – elkaar steeds minder opzoeken omdat ze gebruik maken van communicatie op afstand zoals Whatsapp en Facetime. Ten slotte is ook het aantal jeugdsporters bij dovensportverenigingen aan het afnemen. Dat komt omdat steeds meer dove en slechthorende kinderen en jongeren een cochleair-implantaat (CI) hebben. Dankzij het feit dat ze daarmee weer (beperkt) klanken, geluiden en spraak kunnen waarnemen, leven steeds meer kinderen en jongeren in een reguliere omgeving en zijn ze niet meer terug te vinden in de dovengemeenschap. Bovendien is het aanbod vanuit dovensportverenigingen voor jeugdsporters minder aantrekkelijk vanwege de grote leeftijdsverschillen en het ontbreken van faciliteiten.

Sportdeelname blijft achter

Er zijn dus diverse factoren die ertoe leidden dat de verzelfstandiging in 2009 uiteindelijk niet het gewenste effect opleverde. Daarom moet het nu – ruim tien jaar later – anders. Want het is tijd voor verandering. De KNDSB wil het nog altijd voor zoveel mogelijk doven en slechthorenden mogelijk maken om te sporten. Maar de cijfers wijzen uit dat het bijzonder lastig is om dat te realiseren. Het percentage van mensen met een auditieve beperking van 12 tot 79 jaar dat wekelijks sport, is 29%. Dat is maar net de helft van het percentage mensen zonder auditieve beperking dat wekelijks sport (57%). Ook het aantal doven en slechthorenden (van 18 jaar en ouder) dat wekelijks minimaal één uur beweegt, blijft achter: 49% tegenover 59%. De cijfers die door het Mulier Instituut en Kenniscentrum Sport en Bewegen verzameld zijn, liegen er dus niet om. Zeker als je bedenkt dat het hier om een grote doelgroep gaat. Er zijn zo’n 40.000 doven in Nederland en circa een miljoen slechthorenden. Daarom is de conclusie dat de aanpak gewijzigd moet worden, onvermijdelijk. Integratie van de dovensport in de reguliere sport: het is nu of nooit. De tijd is er rijp voor, niet alleen omdat de Nederlandse gebarentaal onlangs werd erkend als officiële taal. Of omdat Nederlanders massaal kennismaakten met de tolk Gebarentaal bij de persconferenties over corona. Het is vooral omdat het belang van voldoende bewegen en sporten voor een goede gezondheid, al een tijdje hoog op de agenda van beleidsmakers en bestuurders staat. Juist ook voor mensen met een beperking zijn er de laatste jaren veel projecten en initiatieven van de grond gekomen die ze helpen met het vinden van een geschikt en toegankelijk sportaanbod. Een bekend voorbeeld daarvan is Uniek Sporten.

Integratie als eerste hoofdproject

Maar een andere aanpak is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Dat kan alleen als het grootschalig wordt opgezet, als andere partijen meedenken en meedoen. Als er naar de lange termijn wordt gekeken. Dat is nu allemaal samengekomen in Ongehoord Sportief met als doel de sportparticipatie en het sportplezier van mensen met een auditieve beperking te verhogen. Daarmee moet sport en bewegen voor iedereen toegankelijk worden, waarbij iedereen in zijn/haar eigen omgeving kan sporten onder deskundige begeleiding. Hoe ziet dat project eruit? Er is sprake van twee hoofdprojecten waarbij het eerste de integratie van dovensporten bij reguliere sportbonden is. Tot het einde van 2021 is het de verantwoordelijkheid van Gehandicaptensport Nederland om de dovensporten die nog onderdeel zijn van de KNDSB te helpen organisatorisch aan te sluiten bij de reguliere sportbonden. Het is de bedoeling om met deze sportbonden een aanpak te realiseren, waarbij zij – wanneer zij tegen problemen of vragen aanlopen – contact op kunnen nemen met Ongehoord Sportief voor advies en ondersteuning. Daarnaast wil Ongehoord Sportief de sportbonden inspireren hun aanbod zo goed mogelijk aan te laten sluiten op de behoefte van de doelgroep. Waar mogelijk wordt ook nieuw aanbod tot stand gebracht bij de sportbonden die dat nog niet hebben.

Het opzetten van een ‘netwerkorganisatie auditief’

Het tweede hoofdproject van Ongehoord Sportief richt zich op het opzetten en uitbreiden van een netwerkorganisatie met betrekking tot dovensport. Het doel daarvan is de doelgroep te enthousiasmeren voor sport door in de eerste plaats passend en toegankelijk aanbod in de buurt te realiseren. Daarbij is het van groot belang dat dat aanbod ook vindbaar is. Mensen met een auditieve beperking moeten weten waar ze informatie kunnen vinden over de geschikte sport- en beweegmogelijkheden in de regio. Daarnaast moet het kennisniveau bij zowel de sporter als de (professionele) trainer toenemen. Dat kan door het creëren van een kennisnetwerk waar diverse partijen zoals clubs, professionals uit het werkveld en onderwijs aan gekoppeld zijn. De inrichting van de pagina Ongehoord Sportief op de website van Gehandicaptensport Nederland is een eerste belangrijke stap daarin. Een andere actie die op het programma staat is het organiseren van kennisbijeenkomsten. Zowel voor professionals in het werkveld voor mensen met een auditieve beperking, als voor consulenten aangepast sporten en buurtsportcoaches.

https://www.gehandicaptensport.nl/actueel/nieuws/1186/dovensportbond-slaat-nieuwe-weg-in-met-ongehoord-sportief

Met dank aan Bernd Mojet van Mediazione